Zanussi ZIC 429 Manuel d'utilisateur

Naviguer en ligne ou télécharger Manuel d'utilisateur pour Non Zanussi ZIC 429. DE CONCURRENTIEREGELS VAN DE E.E.G. 1. W anneer Manuel d'utilisatio

  • Télécharger
  • Ajouter à mon manuel
  • Imprimer
  • Page
    / 105
  • Table des matières
  • MARQUE LIVRES
  • Noté. / 5. Basé sur avis des utilisateurs
Vue de la page 0
Ll
DE
CONCURRENTIEREGELS VAN DE
E.E.G.
door
J.A. VAN DAMME
Docent aan de Vrije Universiteit Brussel
1. W anneer men het publicatieblad van
de
Europese Gemeenschappen
regelmatig naslaat, stelt men vast dat de mededingingsproblematiek fre-
quent aan bod komt.
Alzo werden recent de volgende onderwerpen aangesneden:
1)
de economische machtsposities in
de
farmaceutische industrie (Publ.,
nr. C.265 van 7.11.1977, biz. 26).
2)
de mededinging in
de
automobielnijverheid (Publ., nr. C.277 van
17.11.1977,
biz. 18).
3) de misbruiken in de sector van de petroleumnijverheid
(Publ., nr. C.52
van 1.3.1978,
biz.
21
enPubl.,
nr. C.74 van 28.3.1978, biz. 12).
4) de mededinging inzake tarieven van luchtvaartmaatschappijen
(Pub!.,
nr. C.164 van 10.7.1978, blz. 38).
5)
de concurrentiepositie van de Belgische glasnijverheid (Pub!.,
nr. C.164·van 10.7.1978, biz. 30).
6)
de concurrentie
in
de binnenscheepvaart (Pub!., nr. C.164 van
10.7.1978,
biz. 15).
7)
de verenigbaarheid van bepaalde geografische prijsbindingssystemen
met de concurrentieregels (Pub!., nr.
C.l13
van 16.5.1978, biz. 8).
2. Meer algemeen legt
de
concurrentie zich op dit ogenblik toe op de
studie van een hele reeks economische fenomenen die een mededin-
gingsbeleid kunnen be1nvloeden. Men denke o.a. aan problemen zoals:
- de inflatie
- de investeringsafspraken
- de zelfbeperkingsovereenkomsten
- de concentratie
- de positie en de rol van de kleine- en middelgrote ondernemingen.
Men beseft onmiddellijk dat de mededingingsproblematiek op allerlei
gebieden een diepe weerslag kan hebben en dat het Ieven van
de
onderne-
mingen er rechtstreeks kan door be1nvloed worden.
3.
Op het eerste gezicht zouden rechtspractici kunnen denken dat ze
niettemin bij dit alles weinig betrokken zijn. Dit ware vermoedelijk een
559
Vue de la page 0
1 2 3 4 5 6 ... 104 105

Résumé du contenu

Page 1 - CONCURRENTIEREGELS VAN DE

Ll DE CONCURRENTIEREGELS VAN DE E.E.G. door J.A. VAN DAMME Docent aan de Vrije Universiteit Brussel 1. W anneer men het publicatieblad van de Europes

Page 2 - I door het Hof van

hinderpalen voor het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitalen. Met de aftakeling van de tolgrensen was het probleem niet opgelost

Page 3 - 4. Het begrip mededinging

36. Arrestvan23.10.1974, in de zaakTransoceanMarinePaintAssociation, Jur., 1974, b1z. 1063 Noot: TEMPLE LANG, C.D.E., 1975, b.lz. 286 37. Arrest v

Page 4 - KNOPFLE, Der Rechtsbegriff

56. Arrest van 16.11.1977, in de zaak: GB-Inno-Atab, Jur., 1977, b1z. 2115 Noot: DECLERCQ, S.E.W., 1978, b1z. 300 57. Arrest van 14.12.1977,

Page 5 - Kenmerken

29. Saba, 15.12.1975, Publ., nr. L 28 van 3.2.1976, biz. 19. 30. Junghans, 21.12.1976, Publ., nr. L 30 van 2.2.1977, biz. 20. 31. Penneys,

Page 6 - NATIONAAL

38. The Distillers Company Limited, 20.12.1977 ,Pub!., nr. L50 van 22.2.1978, blz. 16. 39. Epices, 21.12.1977, Pub!., nr. L 53 van 24.2.1978, blz.

Page 7

35. Jaz-Peter, 23.12.1977, Publ., nr. L 61 van 3.3.1978, biz. 17. 36. Sopelem-Vickers-Nachet, 21.12.1977, Publ., nr. L 70 van 13.3.1978, bi

Page 8 - 1975, biz. 305

Aanbeveling inzake (art. 3 § 3 Vo. nr. 17) 1. Fai"encekartel, 24.7.1963, Bulletin van de Europese Economische Gemeenschap, 1964, nr. 5,

Page 9 - E.E.G.-NNEAU

W aar de pro grammering in bepaalde Lid-Staten a an de orde van de dag is, zou zulks uit concurrentieel oogpunt op E.E.G.-niveau moeilijkheden ku

Page 10 - 7 C.M.L.R. nr. 3 biz. 311

economische politiek van de Gemeenschap door voorafgaande en institu-tionele beslissingen wordt bepaald(l8). 18. Het past niettemin te benadrukken da

Page 11

------~--~=~ ----=-=-"---=---=--"--=--~'-~---::--=-=-=------_--e) het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten va

Page 12 - ARTIKEL

- de verbodsvoorwaarden (hfdst. I, nr. 21-72) -de vrijstellingsvoorwaarden (hfdst. II, nr. 73-84) -de sancties (hfdst. III, nr. 85-101). HooFDS

Page 13 - -::--=-=-=------_

a. Economische benadering 23. Aan de eerste opvatting blijft de juridische problematiek vreemd. Er wordt weinig of geen aandacht geschonken aan een m

Page 14 - § 1 van toepassing zou zijn

economisch oogpunt zijn ze in tegendeel volkomen afhankelijk. Die afhankelijkheid kan overigens verschillende gedaanten aannemen die hier echter

Page 15 - AXMANN

nis te verlenen, daar tussen ondememingen van eenzelfde groep geen werkelijke mededinging bestaat en er derhalve voor de toepassing van bet Eu

Page 16 - § 1 en dat

de toepasselijkheid van het kartelverbod, daar de ontstentenis van elke zelfstandige economische actie in hoofde van de filiale het onontbeerlijk bes

Page 17 - TREECK

De Commissie situeerde dus het probleem niet meer onder het oogpunt van de mededinging; in dit opzicht scheen ze derhalve verder te gaan dan in de be

Page 18 - § 1 bij gebrek aan mededin

grove vergissing. Tal van vroeger onschuldig geachte rechtsfiguren kun-nen nu op grand van de mededingingsregels op de helling geraken. Ter illustrat

Page 19 - Pittsburgh Corning

geweest zijn - niet de juridische betekenis kon ontnemen aan een ef-fectief gegeven toestemming. Het ware gevaarlijk voor te houden dat de Commissie

Page 20

-----------c _ L--=--=-----.:------=-::-=-=-=---=---------~..::.::_~~---_--::::-_t _ :!--_-=-=._---van de tweede Lid-Staat, aan haar dochterondememing

Page 21 -

dochtermaatschappij een eigen rechtspersoonlijkheid bezit, niet vol-doende is, om de mogelijkheid uit te sluiten dat haar gedrag aan de

Page 22 - § 1 vergemakkelijken

Of die benadering oordeelkundig was, kan betwijfeld worden. De gevol-gentheorie was vrij algemeen aanvaard en het Hof zelf had ze reeds beaamd

Page 23

7. Beschikking van de Commissie van 14.12.1972 (Publ. nr. L 299 van 31.12.1972, blz. 51) en Arrest van het Hofvan Justitie van 6.3.1974 (Jur. 1974,

Page 24 - Voo:t de toepassihg

veroordeling uit te spreken tegen een moedervennootschap en haar filiaal, indien deze laatste niet beschikt over een werkelijke wilsautonomie. 8. Arre

Page 25 - 100% Neder

Hoogstens wordt aan hetgroepseffect ten overstaan van de toepassing van artikel 85 een zeker belang gehecht, wanneer een aantal beperkende voor

Page 26 - 9. Beschikking van

Men mag het betreuren dat het Hof van Justitie van het verhaal in de zaak: United Brands geen gebruik gemaak:t heeft om de toestand op te helderen. In

Page 27 - AELBROECK

ging op gelijke voet behandeld worden en waarvan de beslissingsvrijheid slechts aangetast is voor wat deze punten betreft, die het voorwerp van de afs

Page 28 - GEDRAGINGEN''

men berusten niet op klassieke overeenkomsten, maar vertonen nochtans voor de mededingingsvrijheid een aanzienlijk gevaar. Daarom heeft men in de Vere

Page 29 - 1975, biz. i663 e.v

5) de beschikking van de Commissie van 2.1.1973 inzake suikerkartel (Publ., nr. L. 140, 26.5.1973, biz. 17 e.v.) met een boete voor de Tiense suiker

Page 30 - ,chacun chez

zing voor een onderling afgestemde feitelijke gedraging te beschouwen en kan zijn verklaring vinden in de wens een zo groot mogelijke winst te maken.

Page 31 - § 1 E.E.G.-Verdrag

gen, dat zijn oorsprong vindt in een wederkerige en voorafgaande onder-linge raadpleging, gedachtenwisseling of informatie-uitwisseling, zonder dat de

Page 32 - § 1 getroffen; indien

A. OVERZICHT VAN DE RECHTSLEER I. THEORIE VAN DE BEVOEGDHEIDSNORM 45. In de eerste plaats werd gesteld dat de tweede verbodsvoorwaarde een zuivere

Page 33 - § 3 van bet

bezwaar; in bet tegenovergesteld geval zal bet kartelverbod van artikel 85 § 1 spelen. III. THEORIE VAN DE KUNSTMATIGE BEINVLOEDING VAN DE HANDELSSTRO

Page 34 - § 1 door de communautaire

geeft natuurlijk aan de besproken verbodsvoorwaarde een zeer grate draagwijdte. Na deze theoretische beschouwingen past het nate gaan op welke

Page 35 - § 3 toe te staan ( 65)

boven de toelating bekomen om het merk Gint(61)(62) in Frankrijk op hun naam in te schrijven. Na de liberalisatie van het handelsverkeer waren ve

Page 36 - § 1 voldoende is dat een

Lid-Staten op zodanige wijze regelde dat deze uitsluitend aan de con-tracterende partijen voorbehouden werd. De afspraak verhinderde derhalve a

Page 37 - II. R.ECHTSPRAAK VAN

Zo de Commissie telkens tot het besluit kwam dat de voorwaarden voor de toepassing van het kartelverbodverenigd waren, aanvaardde ze echter, dat de b

Page 38

van Justitie de rechtspraak van de Commissie hervormde heeft men zich echter wel de vraag gesteld of de zienswijze van Commissie in al haar schakeri

Page 39

cause, soit de maniere directe ou indirecte, soit actuellement ou potentiellement, la liberte de commerce entre Etats membres dans un sens qui po

Page 40 - § 1 getroffen geweest zijn

een begripsomschrijving zoeken. Het Hof beperkt er zich toe het betrek-kelijk karakter van voormeld beginsel te onderstrepen. In de klassieke rechts

Page 41 - MAGNEE;Rev

en personen tot een der essentiele grondbeginselen van het verdrag be-hoort. De theorie van de kunstmatige bei:nvloeding van het grensoverschrijdend v

Page 42 - Zoja (78)

geeigend is de natuurlijke orientatie van de handelsstromen om te buigen en aldus de handel tussen de Lid-Staten ongunstig te bei:nvloeden.'&apos

Page 43

Partijen hadden tegen een veroordelingsbeschikking van de Comrnissie het bezwaar geopperd dat er geen spraak kon zijn van een ongunstige ! bei"

Page 44

Het Hof verwierp dit middel zonder enige aarzeling en overwoog (80) dat wanneer de binnen de gemeenschappelijke markt gevestigde bezitter van een mac

Page 45 - § 3 (83)

De tweede vergt een veel grondiger economisch onderzoek van de con-crete marktsituatie. 60. In dit verband is het niet van belang ontbloot eraan te h

Page 46 - 1'

--_=.l_ r----=--Dit betekent echter geenszins dat de concrete marktproblemen niet in aanmerking moeten genomen worden. Zulks moet dan echter ges

Page 47 - § 1 projec

Zeker is het dat een aantal overwegingen van het Hof niet van een zekere dubbelzinnigheid vrij zijn. In het arrest LTM/MBU van 30 juni 1966(84) luidt

Page 48 - 66. In het arrest van

opsomming van de voorwaarden die een individuele exclusiviteitsover-eenk:omst moet vervullen om onder het kartelverbod te vallen leest men nopens de

Page 49 - § 3 en niet van artikel

65. In het arrest van de Brouwerij Haecht(85) benadrukt het Rof de noodzakelijkheid om bij de beoordeling van een afspraak, deze in zijn eco

Page 50 - Commissie van 27.5.1970(99)

Na een grondig onderzoek van de toestand, hervormde het Hof uiteinde-lijk de beschikking van de Commissie en deed het gelden dat de gehekelde overeenk

Page 51 - % uitmaken van

II. VooRSTEL VAN DEFINITIE a. Begripsomschrijving 8. Baumbach-Hefermehl hebben ernaar gestreefd het begrip ,mededin-ging'' te ontdoen van

Page 52 - SPORMANN

Het komt waarschijnlijk voor dat de Commissie eveneens verwees naar het latijns adagium , ,De minimis non curat praetor'' in de zaken Gros

Page 53 - § 1 gesteld zagen

De Commissie is van oordeel dat op het gebied van de productie of de distributie van goederen de afspraken aan het Europees kartelverbod ontsn

Page 54 - § 1 van het

Deze citeria zijn onlangs door een bekendmaking van 19.12.1977 aange-past geworden(100). W at het eerste criterium aangaat, bepaalt de nieuwe bekendma

Page 55

goederen als deze die het voorwerp van de afspraak uitmaken; alle gerealiseerde goederen- en dienstenomzetten zullen in aanmerking geno-, me

Page 56 - § 3 blijkt dat men voor

is(108). In dit geval zou de Commissie nochtans bezwaarlijk een boete kunnen toepassen(109). 72. Tenslotte zal de bagatelbekendmaking niet steed

Page 57

Het behoort immers tot de filosofie van het systeem dat de beperking van de vrijheid tot op zekere hoogte geduld wordt, wanneer zulks het bereiken van

Page 58

§ 2. Over de materiele uitzonderingsvoorwaarden 75. Uit de reeds aangehaalde termen van artikel85 § 3 blijkt dat men voor een algemene bepaling staat

Page 59 - § 3 ook de mogelijkheid

Wanneer is een mededingingsbeperking echter als onmisbaar te be-schouwen? V anzelfsprekend zal het antwoord van feitelijke omstandigheden afha

Page 60 - Pub!. van 6.3.1965

A. DE ONTHEFFING 77. Voor de beoordeling geval per geval geniet de Commissie van een uitsluitende bevoegdheid(ll8). Het is precies deze bevoegdhe

Page 61 - GRYSE, S.E. W., 1978, biz

worden van de wijze waarop van de ontheffing effectief in de praktijk gebruik gemaakt wordt, desgevallend ten overstaan van andere markt-deelneme

Page 62 - § 3 niet in

de vrije toe gang tot de markt voor een pluraliteit van ondememingen de bewegingsvrijheid aan de kant van het aanbod de keuzevrijheid aan de kant van

Page 63 - GowsWEIG

Dat de Raad op grand van artikel 87 van het E.E.G.-Verdrag over de nodige bevoegdheid beschikte, leed geen twijfel. Kon men echter het-zelfde bew

Page 64 - RET KARTELVERBOD

Haar verhaal werd echter door het Hof van Justitie verworpen ( 128). Kort daarop verscheen dan de eerste groepsvrijstelling ten voordele van be-paal

Page 65

Ben dergelijke behoefte deed zich geleidelijk gevoelen in het kader van de -samenwerking tussen ondernemingen, waardoor deze rationeler kunnen werken

Page 66 - § 2, kan die nietigheid

Hierbij volgde ze grosso modo dezelfde werkwijze als in de bagatel-bekendmaking van 27.5.1970. Er werd een dubbele voorwaarde gesteld met be

Page 67 - § 2 absoluut

In het verleden heeft de Commissie o. m. bekendmakingen uitgevaardigd: - nopens de alleenverkoopovereenkomsten met handelsagenten en commissionairs

Page 68 - Omvang van

De verwijzing naar laastgenoemde beschikkingen zinspeelt op de gevallen waarin een ontheffing of een legalisatie tussenkomt. Weliswaar verwijst arti

Page 69 - § 1 doen blijken. Ze kunnen

kwamen of waaromtrent de Commissie bij toepassing van artikel 89 § 2 vaststelde dat ze een schending van artikel 85 § 1 uitmaakteno In concreto bl

Page 70

Krachtens de rechtstreekse werking van artikel 85 § 2, behoort het even-tueel de nationale rechter toe de nietigheid toe te pas sen. Deze laatste mag

Page 71 - § 1 van V

derd{m ingeroepen worden; de gevolgen zijn dezelfde ten overstaan van iedereen(156). Deze beginselen lijken volstrekt redelijk wanneer men voor ogen

Page 72 - C.D.E., 1968, biz. 194

betekent met andere woorden dat na afscheiding van de door het kartelver-bod getroffen contractuele bedingen, de nationale rechter zal behoren nate ga

Page 73 - (Publ., m. L

heid, een geheel van specifieke normen in een zogenaamde vrije economie in te voeren? Soms stelt men dat het kartelrecht de uiting is van een

Page 74 - 106. Evenals artikel

Elders lijkt men gemakkelijker tot zulk een uitbreiding over te gaan. Waelbroeck(163) zinspeelt op een bevel van de Voorzitter van de Koop-h

Page 75 - VERBODSVOORWAARDEN

Alzo kan men denken aan een vordering tot stopzetting, aan bewarende of voorlopige maatregelen, aan het opleggen van dwangsommen of aan de bekendmakin

Page 76

Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete wordt niet aileen rekening gehouden met de zwaarte, maar ook met de duur van de inbreuk.

Page 77 - (f) van het Verdrag. De

In de recente beschikkingspraktijk van de Commissie kan men niettemin een zekere kentering waarnemen ( 173). III. DWANGSOMMEN 101. Ten slotte kan de C

Page 78 - Zie overweging 201

- het feit dat het sluiten van overeenk:omsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden, door de handelspartners van bijkomende pres-taties, welk

Page 79

---------een machtspositie op de gemeenschappelijke markt of op een wezen-lijk deel ervan een misbruik een mogelijke ongunstige bei:nvloeding van de h

Page 80 - Resultaatscriterium

109. Meerdere ondernemingen kunnen ook collectief een machtspositie bekleden. De volgende gevallen zijn nu hierbij te onderscheiden: - Meerdere on

Page 81 - 122. Blijkens

- Verschillende ondernemingen die samen een kartel vormen, kunnen collectief een machtspositie vormen(l92). De Commissie kan hier of artikel 85 of art

Page 82 - 126. Bij het onderzoek naar

de Lid-Staten niet zou bei:nvloeden. Het Hof verklaarde dat het voldoende was dat men een concurrent probeert uit te schakelen, terwijl men zelf een m

Page 83 - Kwantitatieve dimensie

grondbeginsel van artikel3 (f) E.E.G.-Verdrag dat tot de communautaire openbare orde hoort(l98). 115. Standpunt van de Cominissie-In de zaak Continen

Page 84

13. De antitrustwetgeving spruit dus niet uit een systematisch inter-ventionisme, maar beoogt het behoud van vrijheden die voor de maat-sc

Page 85

verhinderen doordat zij de mogelijkheid versterkt tot onafhankelijk marktgedrag. De Commissie en het Hof hebben dus de respectieve elementen va

Page 86 - · § 4 Misbruik

b. Communautaire praktijk en rechtspraak 122. Blijkens de beschikkingen inzake Continental Can, Europese Suikerindustrie, U.B.C. en Hoffmann-La R

Page 87 - Pub!., nr. L 134

van de relevante markt. De afbakening hiervan dient vanuit verschillende oogpunten te geschieden: - in de tijd. - in de ruimte - met betrekking tot d

Page 88 - SANCTIES

-=-~-· -------------In de zaak Zoja(219) betrof de relevante markt de gehele gemeenschap-pelijke markt. In het kader van artik:el 85 hebben de communa

Page 89 - --=--------=-======-=-=

b. Communautaire praktijken en jurisprudentie 131. Deze tonen aan hoe moeilijk het vaak is om de relevante markt af te bakenen. De algemeen gehanteer

Page 90 - 1978, biz. 207 e.v

De Commissie had deze beperkt tot die der bananen. Het Hof keurde dit goed, daar onderzoeken hadden aangetoond dat de kruis-elasticiteit van de vraag

Page 91 - E.E.G. MEDEDINGINGSRECHT

II. MET BETREKKING TOT.DE RELEVANTE MARKT 135. Zou het ook nuttig zijn dit begrip te koppelen aan een ander gege-ven? Waelbroeck (234)' stelt da

Page 92

B. BIJZONDERHEDEN-PROBLEMEN VAN DE POUT EN VAN DE CAUSALITEIT I. OVER DE FOUT 137. Volgens de Commissie is het niet nodig dat er sprake is van een

Page 93 - , Les concentrations

hypothese zou een oorzakelijkheidsband logisch vereist zijn, terwijl deze in de tweede hypothese volkomen onverschillig zou zijn(240). HOOFDSTUK II S

Page 94

-:::-:::::::..::_l__,--==---=------::::-::-_-=-----=--------=-======-=-= L -~:.=_----=:::-=====-=-=-=-==--=--=-===-=-=-=----o-o--x _ ____::r --~------

Page 95 - J.D./.

minimum aantal van vergelijkbare en autonome ondernemingen voorhan-den is, waardo~r aan de marktdeelnemers een keuzemogelijkheid tussen verscheidene a

Page 96 - W., 1968, biz. 1553-1556

Anderzijds is het even klaar dat het er de Commissie niet op gaat de ontwikkeling van de productie of het economisch ruilverkeer systematisch te re

Page 97

TEKSTEN EN LITERATUUR BETREFFENDE E.E.G. MEDEDINGINGSRECHT A. TEKSTEN Verdrag van Rome Artt. 1-8, 30-36, 37, 85-90, 222 Verordeningen van de Raad

Page 98

Ontwerp van Verordening van de Raad Ontwerp van verordening van de Raad betreffende de controie op concentraties van 20.7.1973, Publ., nr. C 92

Page 99 - /C/-CSC

·-______:::___---=-~~------=-====---r_ -------------------J _ 1.--------------::--: :=l__ ~--------------------1977, blz. 433 1978, biz. 262 Revue

Page 100 - I.C.L.Q.

19) FRANCESCHELLI, PLAISANT, LASSIER, Droit europeen de la concurrence, 1966. 20) GAEDERTZ, F., e. a., Neue Entwicklungen im EWG-Kartellrecht, 1975

Page 101 - DECLERCQ, S.E.W., 1978

C. RECHTSPRAAK I. HET HoF vAN JusTITIE 1. Arrest van 6.4.1962, inde zaakBosch, Jur., VIII, biz. 91 Noten: CAMPBELL, I.C.LQ. 1962, biz. 1027-1053

Page 102 - § 1 (Verbod)

SHAPIRA, J.D.!., 1967, biz. 323-356 ScHUMACHER, W.u.W., 1967, biz. 3-11 ToRELLI, R.M.C., 1966, biz. 709-716 WERTHEIMER, C.M.L.R., 1966, biz. 3

Page 103

KLAUE, W.u.W., 1969, biz. 593-601 LAUWAARS, C.M.LR., 1969, biz. 489-490 MoK, S.E.W., 1969, biz. 24-26 en S.E. W., 1970, biz. 167-182 ScHUMACH

Page 104 - 2o3--:l965~

22. Arrest van 13.7.1971, in de zaakDeutscher Komponistenverband t!Commissie, Jur., XVII, b1z. 705 23. Arrest van 14.7.1971, in de zaak Ministere

Page 105 - § 3 Vo. nr. 17)

HEYNEN, N.J.W., 1973, biz. 1526-1529 JACQUEMIN, R.T.D.E., 1973, biz. 412 JEANTET, J.C.P., I973, I, 2576 JoLIET, EuR., 1973, biz. 97-123 MoK,

Commentaires sur ces manuels

Pas de commentaire